We gaan verder met de klesa’s die Patanjali benoemt in hoofdstuk 2 van de Yoga Sutra’s. Klesa betekent kwelling, verzoeking, ellende. De klesa’s hebben pijn tot gevolg en zorgen voor de veranderingen, de schommelingen in onze geest. Deze oorzaken van het lijden zijn steeds in ons onderbewustzijn aanwezig.
De eerste klesa is avidya: onwetendheid, gebrek aan juiste kennis. De tweede klesa is asmita, oftewel ik-besef, ego.
Sutra II.6 zegt: Egoïsme is de identificatie van de zoeker met de instrumentale macht van het geziene.
Iyengar zegt dat we ons bewust moeten zijn van een verschil tussen de ziener (atma, ons hogere zelf) en het instrument dat ziet (buddhi, het deel van onze geest dat intelligent is). Als atma en buddhi zich met elkaar vermengen en samenwerken dan wordt de ervaring realiteit. Maar als de geest en de zintuigen zich identificeren met hetgene ze waarnemen, denken of voelen dan ontstaat er een dualiteit tussen de ziener en het geziene. Dit is asmita.
In duidelijke taal: veelal hebben we niet door dat wat wij denken, waarnemen of voelen, werkingen zijn van onze geest. Wij identificeren ons hiermee en we denken dat dit ons ware zelf is; met die gedachten, emoties, dat hoofd dat nooit stilstaat. Dat is is dus ons ik-besef, asmita. En we doen het af met: zo ben ik nu eenmaal.
Worden de schommelingen in de geest minder dan lukt het om van een afstandje naar onszelf te kijken en dan zien we dat wat er zich in ons hoofd afspeelt, helemaal niets te maken heeft met onze ware ik. Dan ontdekken we een diepere waarheid in onszelf; een glimpje onvergankelijke energie, één groot weten en vertrouwen.
Namasté, Majanka
Leave a Reply